Over het onderzoek en de onderzoekers

Op deze webbladzijden leest u waar het bij het onderzoek om gaat, wat het doel en het nut ervan is, en hoe de onderzoekers de deelnemers en andere geïnteresseerden zullen informeren over de uitkomsten.
Ook leest u wie die onderzoekers zijn. Aan het eind treft u adressen aan, waardoor u met hen contact kunt opnemen.

Vreemde namen: uitspraakkwesties en inburgeringsprocessen

We gebruiken in het Nederlands regelmatig allerlei namen van vreemde herkomst. Die zorgen nogal eens voor uitspraakkwesties.
Heet de voetbalclub in Almelo nu Héracles of Herácles? En wat is ook weer de Bosnische plaats die VN-militairen in 1995 moesten beschermen: Srebrénica of Srebreníca? En welke Japanse kerncentrales werden in maart 2011 door natuurgeweld getroffen: die van Fukúshima of van Fukushíma?

Bij namen van buitenlandse herkomst kunnen we ons oor natuurlijk te luisteren leggen bij de talen waaruit ze afkomstig zijn. Maar ze worden gebruikt in het Nederlands en dat heeft eigen kenmerken. Daardoor ondergaan nogal wat namen een inburgeringsproces, waarbij ze kunnen veranderen. Zo zingen we: Tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome, en niet: Tussen Köln en Paris ligt de weg naar Roma. Bovendien kan een andere uitspraak ontstaan, met  klemtoon op een andere lettergreep.

Bijbelse namen heel geschikt voor onderzoek

Wat gebeurt er met de klemtoon, als namen uit andere talen in ons Nederlands worden overgenomen? Bijbelse namen zijn een heel geschikte verzameling om dat te onderzoeken.

Ten eerste zijn ze allemaal hun oorspronkelijke vorm kwijtgeraakt. Ze worden immers niet meer met Hebreeuwse, Aramese en Griekse letters geschreven, maar met onze westerse. Verder komen die namen uit verschillende taalfamilies. Bovendien worden ze geregeld uitgesproken, bijvoorbeeld als uit de Bijbel wordt voorgelezen.

Daar komt nog iets anders bij: Veel bijbelse namen zijn niet of nauwelijks bekend. Er staan namelijk zo'n vierduizend verschillende namen in de Bijbel, gemiddeld ruim twintig op een bladzij. Met een groot aantal daarvan zijn ook ervaren bijbellezers niet of nauwelijks vertrouwd, onder andere doordat ze niet zo vaak voorkomen.

Bij bekende namen als Adam, Betlehem, Gabriël en Jeruzalem is het meestal geen vraag waar de klemtoon ligt, al bestaan daarbij verschillen (sommigen zeggen Éfeze en Samária, en anderen Eféze en Samaría). Maar de vele minder bekende en onbekende namen zorgen wel voor klemtoonkwesties. Hoe gaat iemand daar nu mee om als hij die namen uitspreekt? Dat is de vraag van dit onderzoek.

Klemtoonvragen doen zich overigens niet alleen voor bij eigennamen in de Bijbel, maar ook bij woorden zonder hoofdletter die onvertaald uit het oorspronkelijke Hebreeuws, Aramees of Grieks zijn overgenomen, zoals sabachtani en sjibbolet. Die worden dan ook in het onderzoek meegenomen.

Wie trouwens wil weten waar een naam in de Bijbel voorkomt, vindt op internet verschillende hulpmiddelen om dat na te gaan, bijvoorbeeld op de site www.biblija.net/biblija.cgi.

Twee doelen

Het onderzoek heeft twee doelen: een praktisch (lexicografisch) en een wetenschappelijk (taalkundig).

Het praktische doel is om een woordenlijst van bijbelse namen te maken die als leidraad kan dienen voor iedereen die ze wil uitspreken. Zulke gidsen bestaan wel in het buitenland (Amerika, Engeland, Duitsland, enz.), maar nog niet in ons taalgebied.
Uiteraard zijn het juist de minder bekende of onbekende namen waarbij een voorlezer graag zou weten hoe hij daarmee het beste om kan gaan.

De woordenlijst kan overal dienst doen waar hardop gelezen wordt, niet alleen in kerkdiensten, maar ook in radio- en televisieprogramma's, en in gesproken teksten voor blinden en slechtzienden. Bovendien maken de technische ontwikkelingen van onze tijd gesproken bijbels mogelijk waarnaar bijvoorbeeld kan worden geluisterd op mobiele apparaten ('luisterbijbels').

Het wetenschappelijke, taalkundige doel ligt in de vraag: Wat gebeurt er in het Nederlands bij de uitspraak van vreemde namen? Met als speciale vraag bij dit onderzoek: Waar leggen we de klemtoon?
Daarbij zal ongetwijfeld variatie voorkomen. Waar hangt die mee samen? Met de structuur van de namen, zoals het aantal lettergrepen of het karakter van die lettergrepen? Of gaan Friezen anders met de klemtoon om dan Vlamingen? Of hebben ouderen andere taalgewoonten dan jongeren? En speelt ook een rol of je al of niet een kerkelijke achtergrond hebt? Enzovoort.

Eerst de eerste fase, nu de tweede

Het onderzoek verkeert op dit moment in zijn tweede fase.

Eerst was er voorwerk. Daarbij zijn de onderzoekers nagegaan welke van de vierduizend namen voor klemtoononderzoiek in aanmerking kwamen. Dat bleken er zo'n negentienhonderd te zijn. Vervolgens hebben ze bekeken hoe ze het best gegevens over de beklemtoning konden bijeenbrengen. In dat kader hebben ze enkele proefvragenlijsten getest. Uitkomst daarvan was onder andere dat de negentienhonderd namen werden ondergebracht in negentien vragenlijsten van honderd namen.

Toen kwam de eerste fase. Die begon op 7 december 2011 en eindigde op 29 juli 2012. Daarin werden de vragenlijsten voorgelegd aan deelnemers van verschillende herkomst. Bij elke naam werd hun de vraag gesteld waar ze spontaan de klemtoon zouden leggen, als ze die in een Nederlandse tekst zouden tegenkomen, hetzij in een bijbelvertaling, hetzij ergens anders.

Iedereen kon daaraan meedoen. En elke deelnemer kon zelf het aantal vragenlijsten bepalen dat hij zou beantwoorden. De eerste vragenlijst was hierbij voor iedereen dezelfde, maar de volgende vragenlijsten werden willekeurig gekozen uit de resterende achttien. Hierbij ging het erom dat elk van deze andere lijsten door ongeveer hetzelfde aantal deelnemers zou worden ingevuld.

In totaal werkten zeventienhonderd deelnemers aan de eerste fase van het onderzoek mee. Zij zorgden voor twaalfduizend ingevulde namenlijsten.

Die brachten het onderzoek in de huidige tweede fase. Daarin analyseren de onderzoekers de ingebrachte gegevens.

Informatie over uitkomsten van het onderzoek

Vanzelfsprekend zullen de onderzoekers de deelnemers en andere geïnteresseerden informeren over de uitkomsten van hun werk.

Tijdens de eerste fase hebben ze een aantal aspecten daarvan toegelicht in nieuwsbrieven die zij de deelnemers hebben gestuurd. Deze brieven zijn vervolgens op deze website geplaatst, waar ieder ze kan lezen.

In de tweede fase van het eigenlijke onderzoek wordt op zaterdagmiddag 17 november in Utrecht een bijeenkomst van onderzoekers en deelnemers gehouden. Daarop zullen de onderzoekers hun werk toelichten en vervolgens vertellen wat hun eerste bevindingen zijn. Op die bijeenkomst zal ook gelegenheid bestaan voor gedachtewisseling.

Verdere onderzoekresultaten zullen onder andere via internet worden gepubliceerd. Zo zal de woordenlijst van bijbelse namen daar te vinden zijn, als die eenmaal klaar is.

Samenwerking tussen twee groepen onderzoekers

Bij het project werken onderzoekers samen die afkomstig zijn van vier verschillende instellingen.

Vooral gericht op het doel van de namengids zijn Clazien Verheul, die werkt bij het Nederlands Bijbelgenootschap, Leo van den Bogaard, die ruim dertig jaar verbonden was aan de Katholieke Bijbelstichting, en Henk Heikens, die voorzitter is van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands.

Allereerst taalkundig geïnteresseerd zijn Frans Hinskens, Björn Köhnlein en Marc van Oostendorp. Zij zijn verbonden aan het Meertens Instituut van de KNAW, gevestigd in Amsterdam. Frans Hinskens en Marc van Oostendorp hebben daarnaast een hoogleraarsfunctie aan een universiteit.

Contact, adressen

U bezoekt op dit moment de gezamenlijke website van het onderzoek: www.onderzoekbijbelsenamen.nl.

Als u met de onderzoekers contact wilt opnemen, kunt u een e-mail sturen naar: info@onderzoekbijbelsenamen.nl.
Wanneer u een e-mail wilt zenden aan Clazien Verheul, Leo van den Bogaard of Henk Heikens, dan is het adres: onderzoekbijbelsenamen@xs4all.nl.
Het adres voor een e-mail aan Frans Hinskens, Björn Köhnlein of Marc van Oostendorp is: info@meertens.knaw.nl.

Nadere gegevens over de instellingen van de onderzoekers zijn te vinden op hun websites:
Meertens Instituut: www.meertens.knaw.nl.
Nederlands Bijbelgenootschap: www.bijbelgenootschap.nl.
Katholieke Bijbelstichting: www.bijbel.net.
Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands: www.sofeer.nl.

Programmatuur

Een belangrijk deel van de programmatuur van het onderzoek is ontwikkeld door degene die ook de website beheert: Pepijn Schoen, www.eliandor.com.